De Nederlandse koloniale lobby - A. Taselaar

Ondernemers en de Indische politiek, 1914-1940.

Proefschrift, met een losse lijst met stellingen.

In het vooroorlogse Nederlands-lndië werden door Nederlandse bedrijven schatten verdiend met de export van suiker, rubber, thee, tin, aardolie en tal van andere producten. De latere Indonesische president Soekarno typeerde de kolonie in 1930 als een 'paradijs' voor de kapitalisten. Velen voor en na hem waren dezelfde mening toegedaan: zij beschouwden de Nederlandse regering en het Nederlandse bedrijfsleven als twee handen op één buik. Na de Tweede Wereldoorlog leek dit te worden bevestigd door de hardnek¬kigheid waarmee Nederland vasthield aan zijn kolonie in Zuidoost-Azië, die toen haar onafhankelijkheid bevocht.

In De Nederlandse koloniale lobby geeft Arjen Taselaar antwoord op de vraag, hoe hecht de betrekkingen tussen het koloniale bedrijfsleven en de regering nu werkelijk waren. In de jaren 1914-1940 waren in Nederland diverse Indische ondernemersorganisaties actief. Het was hun taak te bereiken, dat in de koloniale politiek zoveel mogelijk rekening werd gehouden met de belangen van de Indische ondernemers in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. In die organisaties werkten banken, cultuurmaatschappijen, handelshuizen, mijn-bouwmaatschappijen en andere bedrijven samen. Conflicten (met de overheid, maar ook onderling) werden daarbij niet geschuwd.

De Nederlandse koloniale lobby was een kracht, waarmee de politiek terdege rekening moest houden.

Inclusief enkele zwart/wit afbeeldingen.

Voor de inhoud: zie de foto's 2, 3 en 4.

INCLUSIEF VERZENDKOSTEN binnen Nederland